Klik hier voor grote afbeelding (met gegevens)
Laag ingesnoerde torenspits

Een torenspits versmalt zich naar boven toe, het oppervlak wordt dus steeds kleiner naarmate je hoger komt. Is de torenspits ingesnoerd, dan gaat die verkleining nog sneller. Bij een hoog ingesnoerde spits, maakt die insnoering niet zo heel veel uit. De laag ingesnoerde torenspits verkleint al laag boven de dakvoet zijn oppervlak enorm.
Maar waarom zou je dat doen? Een insnoering geeft een fraaier beeld dan een rechttoe-rechtaan oprijzende spits. Het beeld wordt echter nog sterker bepaald door de dakhelling. Kerktorens hadden in de romaanse periode meestal een lage spits, in de gotiek kon de spits haast niet spits genoeg zijn. De naaldspits is hiervan een goed voorbeeld. Maar constructief is een heel hoge spits niet zo gemakkelijk en bovendien kost deze veel materiaal. Om op een forse toren een steile spits te bouwen zonder dat deze al te hoog wordt, helpt de insnoering. Een spits kan even rijzig blijven en toch maar de halve hoogte bereiken door deze laag en fors in te snoeren.




Tekst: Jean Penders (03-2009). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders